An Vannieuwenhuyse en Sophie Vercruyssen begonnen aan de tweede dag van de olympische bobsleecompetitie als vijftiende. Ondanks een mindere derde run slaagden zij er toch nog in op te schuiven naar plaats dertien in de eindstand.
"De vierde run was, na de topsleeën, een van de snelste van het pak. Maar wat een derde run", lachte An Vannieuwenhuyse na afloop in de mixed zone van het Olympic Sliding Centre.
"Ik heb het daar volledig laten liggen. In bocht zes of zeven verloor ik de controle over de slee. We gingen alle kanten uit. We wilden plaatsen winnen, niet verliezen (lacht). Het was dan even balen. Maar Sophie heeft mij opnieuw moed ingesproken. Het is heel goed dat we op deze manier kunnen eindigen. Het was nog niet perfect, maar toch een mooie run. Ik ben blij dat we nog drie plaatsen konden opschuiven."
An Vannieuwenhuyse, een olympische debutante, had vooraf op plaats twaalf gemikt. "Het scheelt negen honderdsten (met de Russin Sergeeva, red). Als ik die fouten in de derde run niet maak, haal ik het. Maar als je rekent op de foutjes van een ander en je maakt ze dan zelf, dan is het balen. Ik kan het alleen mezelf verwijten dat we de top twaalf niet halen. Jammer."
Desondanks sloten de bobsleedames hun competitie met een goed gevoel af. "We hebben als België 2 (na Willemsen/Aerts) bewezen dat we hier op onze plaats zijn. Er ligt wel nog veel werk op de plank. Ik moet vier goeie runs kunnen neerzetten, niet drie. Ook aan de starttijden is nog werk. We hebben snelheid en kracht genoeg maar kunnen dat nog niet omzetten in het sleeduwen. Een pushbaan in België of een buitenlandse coach die ons die specifieke techniek kan leren, dat missen we. Als we willen meevechten voor top zes of medailles, moet dat gewoon beter."
An Vannieuwenhuyse kijkt al vier jaar vooruit naar Peking 2022. "Dit smaakt absoluut naar meer. Ik ben heel blij dat ik dit kon meemaken. Nu ga ik eerst een maand vakantie nemen (lacht). Daarna wordt het vier jaar keihard werken om beter te worden."
Of Sophie Vercruyssen aan boord blijft als remster, is nog afwachten. "Ik doe daar nu geen uitspraken over. Mijn lichaam heeft rust nodig. De komende maanden ga ik mentaal en fysiek tot rust komen. Ik weet dat ik nog niet op mijn maximum zit en nog veel potentieel heb. Ik kom uit het basket en tot vier jaar geleden had ik nog nooit gespurt. Ik ben heel tevreden over wat ik heb bereikt en dat ik hier als spurtster op de Olympische Spelen kan staan. Over wat de toekomst brengt, daar maak ik mij nu nog geen zorgen over."