Logo of Team Belgium

Zowel de Belgian Tornados als de Belgian Cheetahs hebben zich deze voormiddag kunnen kwalificeren voor de finale van de 4x400 meter. De finales vinden zaterdagavond in het iconische Stade de France plaats. Beide ploegen worden tot de outsiders voor eremetaal gerekend. 

Belgian Tornados 

Jonathan Sacoor, Dylan Borlée, Florent Mabille en Kevin Borlée: met deze namen begonnen de Tornados deze voormiddag aan hun halve finale. Met een tijd van 2:59.84 evenaarden ze hun seizoensbeste en verzekerden ze zich van een plek in de finale. In de tweede reeks kwamen ze als derde over de streep, achter Frankrijk en Nigeria. Dit resultaat was voldoende voor rechtstreekse kwalificatie, ondanks dat slotloper Kevin Borlée in de laatste meters zijn snelheid liet zakken, met de gedachte dat hun kwalificatie al verzekerd was. Dit kostte hen de tweede plaats. Kevin Borlée gaf later toe dat hij de race misschien iets te vroeg liet lopen, maar was uiteindelijk vooral tevreden met de finaleplaats. “Ik keek naar het scherm en had niet verwacht dat de Nigeriaan (Okezie, red) mij nog zou inhalen. Ik stopte te vroeg. Het is een stommiteit van mij", sloeg hij na de race een mea culpa in de mixed zone van het Stade de France. Gelukkig had het voor de Tornados geen grote gevolgen want de top drie kwalificeerde zich rechtstreeks voor de olympische finale. "De ploeg deed het goed. We gaan door, ik ben tevreden", benadrukte Borlée. Nigeria zou achteraf overigens gediskwalificeerd worden, ten voordele van Italië. 

Zaterdagavond staan de Belgische aflossingsmannen dus andermaal in de finale van een groot kampioenschap. Of de Tornados een beroep zullen kunnen doen op Alexander Doom, is ook voor Kevin Borlée een vraagteken. De Europese kampioen viel tijdens de halve finale van de individuele 400 meter uit met een blessure aan de adductoren. "Hij hoopt te lopen. Iedereen doet er het maximale voor. We zullen zien", aldus de 36-jarige Borlée. 

Belgian Cheetahs 

Op naar dat andere 4x400 meter team dan; de Belgian Cheetahs. Hanne Claes, Imke Vervaet, Camille Laus en Helena Ponette probeerden zich net als hun mannelijke collega’s te plaatsen voor de finale zaterdag. Maar hun race verliep net iets spannender. Met een tijd van 3:24.92 eindigden ze als vierde in hun halve finale, maar die tijd bleek voldoende om als snelste verliezende team door te stromen naar de finale. De race zelf was een zenuwslopend schouwspel, waarin slotloopster Helena Ponette het in de laatste meters moest opnemen tegen de Franse Amandine Brossier. Het was in de absolute slotfase nog even schrikken toen Ponette het evenwicht leek te verliezen na een contact met de Franse slotloopster Amandine Brossier, die haar aan de binnenkant voorbijging. "Voor mij was daar geen gat. Ik begrijp niet hoe ze er nog is tussen geraakt", vertelde Ponette achteraf, die door het contact "helemaal uit balans was".  

Gelukkig voor de Cheetahs volstond hun chrono (3:24.92) dus om naar de finale van zaterdagavond (21u14) te mogen. Ponette verwacht een spannende race. "Het niveau van alle teams ligt heel dicht bij elkaar. Het wordt heel tactisch en het zal ook snel gaan. We zullen alles moeten geven om mee te zijn. Maar in een finale is alles mogelijk. Ik denk dat het heel spannend zal worden." 

Drie jaar geleden in Tokio nam de Belgische 4x400 meter bij de vrouwen voor het eerst in meer dan veertig jaar deel aan de Olympische Spelen. Laus, Vervaet, Naomi Van Den Broeck en Paulien Couckuyt plaatsen zich toen voor de olympische finale en werden uiteindelijk zevende. Eerder dit seizoen werden ze vierde op het WK indoor en negende op de World Relays en pakten ze brons op het EK in Rome. 

Belga