Op 5 juni is het Wereldmilieudag. Met "Only One Earth" als slogan, moedigt deze dag mensen aan om zich bewust te worden van de klimaatcrisis en initiatieven te nemen om deze noodtoestand het hoofd te bieden. Omdat alle acties helpen, zet het BOIC ook dingen in gang. Benjamin Wery is sinds 6 maanden Climate Action Officer bij het BOIC.
Benjamin, jij bent momenteel Climate Action Officer bij het BOIC. Wat houdt deze functie in? Wat is jouw rol?
« Ik heb inderdaad de rol van Climate Action Officer (CAO) naast mijn functie als Social Media Coördinator. Het doel van deze functie is om de CO2-uitstoot van het BOIC te verminderen. Dit houdt een aantal zaken in, zoals het isoleren van het gebouw, het installeren van zonnepanelen en het uitbouwen van een elektrisch wagenpark, maar het impliceert ook de bewustwording en enkele veranderingen binnen het BOIC zelf. Tot nu toe is het vooral gezond verstand. We hebben bijvoorbeeld onze capsulekoffiemachine vervangen door een bean-to-cup machine, we stappen over van plastic naar glazen flessen, enzovoort. Dit zijn kleine dingen, maar ze verminderen de hoeveelheid afval. Deze acties helpen de ecologische impact te verminderen van de collega’s die in het gebouw werken. Daarna is het de bedoeling om onze totale ecologische voetafdruk te berekenen en strategieën te vinden om deze te verkleinen. »
Het BOIC werkt momenteel aan een project. Kan je ons daar meer over vertellen? Wat is dit voor project? Wat is het doel en de duur ervan?
« Het OCEAN-project (Olympic Committees of Europe Approaching Carbon Neutrality) is een Erasmus+ project dat wordt gefinancierd door de Europese Unie. Het is een gezamenlijk project met 17 andere Nationale Olympische Comités (NOC's). Dus deze 17 andere Europese landen volgen het programma dat werd gelanceerd door de Europese Olympische Comités (EOC), ondersteund door het Internationaal Olympisch Comité (IOC), Olympic Solidarity en de Association of National Olympic Committees (ANOC).
Het OCEAN-project werd gelanceerd in januari 2023 en zal twee jaar lopen. Het bestaat uit twee delen: de opleiding van medewerkers binnen de Nationale Comités en de ontwikkeling van een tool om de CO2-uitstoot te berekenen.
Het doel om de medewerkers binnen de NOC’s vertrouwd te maken met de realiteit van de klimaatverandering is om de Nationale Comités in staat te stellen dingen te implementeren die meer zijn dan alleen gezond verstand. Het is een twee jaar durende training met regelmatige seminars over het onderwerp. Persoonlijk ben ik erg geïnteresseerd in milieukwesties, dus ik heb enige basiskennis. Maar over deze problematiek in de context van een bedrijf wist ik niet veel. Dat is waar de training helpt.
Anderzijds is het doel van het project om in samenwerking met het Öko-Institut een tool te ontwikkelen waarmee we onze totale CO2-voetafdruk op jaarbasis kunnen berekenen. De ontwikkeling van dit instrument omvat vijf seminars. Het eerste betreft de energie van het gebouw. Samen met mijn collega's verzamel ik informatie over onze energierekeningen, de grootte van onze gebouwen, eventueel warmteverlies, enz. Uiteindelijk zal de tool zelf onze CO2-voetafdruk berekenen. We kunnen de resultaten interpreteren, conclusies trekken en strategieën vinden om onze CO2-uitstoot aan te pakken. »
Kan je ons meer vertellen over de verschillende spelers die bij dit project betrokken zijn? Hoe zit het met de Belgische federaties, commissies en atleten?
« Het OCEAN-project wordt gesteund door de Europese Olympische Comités. Het EOC verricht veel werk om te zorgen voor uitwisseling van informatie tussen de verschillende Nationale Comités zodat iedereen er voordeel uit haalt. Het Internationaal Olympisch Comité, dat al veel heeft gedaan aan zijn CO2-voetafdruk, biedt ondersteuning en advies. Aan de andere kant is het Öko-Institut geïnteresseerd in de ontwikkeling van de tool voor het berekenen van de CO2-voetafdruk. Het is echt een belangrijke partner. »
Het idee op lange termijn is heel eenvoudig. We zullen twee jaar opgeleid worden en zodra we de verschillende tools effectief hebben geïmplementeerd, willen we de federaties en liga’s in België helpen. Maar we kunnen pas het goede voorbeeld geven als we het werk zelf hebben gedaan. Dus we moeten het project ontwikkelen, integreren en de problemen begrijpen voordat we onze kennis kunnen doorgeven.
De interesse komt niet alleen van hogerop : ook de Atletencommissie is geïnteresseerd, met atleten als Emma Plasschaert, Tim Brys en Jasper Lefevere. We hebben ook de steun van de UCL met Géraldine Zeimers, die veel weet over de klimaattransitie. Voorlopig hebben we een aantal kleine pistes om een concreet actieplan te ontwikkelen, in te dienen en uiteindelijk een voorbeeld te worden om andere spelers in de sportwereld in België te helpen".
Hoe zie je de toekomst van het BOIC vanuit milieuoogpunt?
« In de toekomst zou het BOIC-gebouw CO2-neutraal moeten zijn en zouden we onze eigen energie moeten kunnen produceren om onze afhankelijkheid van elektriciteit te minimaliseren. We kunnen bijvoorbeeld denken aan zonnepanelen, een warmtepomp of zelfs een gebouw dat zijn warmte zelf kan regelen, zodat we de radiatoren in de winter of de airco's in de zomer niet hoeven aan te zetten. We zouden ook kunnen denken aan een elektrisch Team Belgium minibusje in plaats van een diesel, dat we zouden kunnen opladen bij een laadstation dat gevoed wordt door onze zonnepanelen. Het idee van een groen dak zou het gebouw isoleren en een tuin die we niet maaien, zou kleine ecosystemen creëren. Dit zijn allemaal mogelijkheden. En het zou geweldig zijn voor het BOIC om een groener en CO2-neutraal gebouw te hebben. »
Zal het OCEAN-project ook een impact hebben op delegaties die naar verschillende bestemmingen reizen voor stages of wedstrijden?
« Het is een grote uitdaging voor de Olympische beweging en de sportwereld in het algemeen om haar ecologische voetafdruk te verkleinen. Sport is één van de sectoren die de meeste broeikasgassen produceert, vooral door de vele verplaatsingen. Om volgend jaar naar de Jeugd Olympische Winterspelen in Zuid-Korea te gaan, of naar de Olympische Spelen van Los Angeles 2028 of Brisbane 2032, reizen we met het vliegtuig. Voor de Spelen van Parijs 2024, hebben we geluk en gaan we met de trein, maar dat verbruikt ook nog steeds energie. Het idee is om onze uitstoot in de loop van de tijd te verminderen door de juiste globale strategieën te vinden.»