Shorttracker Jens Almey mag zich opmaken voor de Olympische Winterspelen van PyeongChang. Hij laste een sabbatjaar in en zette zijn studies business marketing on hold voor de Spelen, voldeed aan de door de ISU gestelde eisen door in het klassement na vier Wereldbekerwedstrijden bij de beste 32 te eindigen. “Het is mijn kinderdroom, iets waar ik al zes jaar naartoe werk. Deelnemen met andere topatleten aan de Olympische Spelen en er de Belgische kleuren verdedigen is voor mij een enorme eer.”
Jens Almey begon met snelschaatsen toen hij zes jaar was, hij deed dat in de schaatsclub van zijn vader, Jean-Nico. Van zijn elfde tot zijn zestiende deed hij veel aan wielrennen. Daar is hij fysiek sterk van geworden maar dan komt dat ogenblik dat je moet kiezen.
“De adrenaline kicks die je krijgt wanneer je door korte bochten schaatst aan hoge snelheden, de spectaculaire inhaalacties … dat maakt shorttrack voor mij heel boeiend. Shorttrack is in België ook geen evidente sport, ik wou ook iets doen wat nog maar weinigen mij hadden voorgedaan: deelnemen aan de Olympische Winterspelen.”
On the road to PeyongChang
Acht jaar is het geleden dat er een Belgische shorttracker deelnam aan de Olympische Winterspelen. In PyeongChang nemen twee Belgische shorttrackers deel, Jens Almey en Ward Petré.
De voorbije zeven maanden trainde Jens Almey in Salt Lake City met het Amerikaanse nationale team.“Daar konden we ons in optimale omstandigheden voorbereiden op de Spelen. We hadden niet alleen top-trainingspartners maar ook een beweegbare bording waardoor we valpartijen op training overleefden zonder letsels.
Vorig weekend hebben we het EK in Dresden geschaatst als voorbereiding op PyeongChang. Daarna staan er nog twee weken training op het programma tot we op 31 januari vertrekken richting Zuid-Korea !”
Shorttrack
Shorttrack is een snelschaatsproef die zich afspeelt op een lange ovaal baan van 111,12m lengte. Dat is korter dan een traditionele schaatspiste van 400m, vandaar de naam van de sport. De eerste die in een race de finish haalt, wint. Op de Olympische Spelen zijn er in totaal acht shorttrackproeven, vier voor dames en vier voor heren. De verschillende afstanden zijn de 500m, 1000m, 1500m, 3000m en de aflossing over 5000m. Shorttrack staat bekend om spectaculaire inhaalacties, waarbij onder meer binnendoor en buitenom ingehaald kan worden, vaak door de hoge snelheid met de hand aan het ijs in de bochten. In tegenstelling tot het langebaanschaatsen is de tijd van een rijder niet van groot belang. Vier tot zes rijders starten tegelijk en de rijder die als eerste finisht wordt als winnaar aangewezen
“Een shorttracker is een vrij complete sporter, wij gebruiken een groot deel van verschillende spiergroepen wat de sport alles behalve éénzijdig maakt. Daarnaast moet een shorttracker tactisch zeer sterk zijn en snel de juiste beslissing kunnen maken - binnen enkele tienden van een seconde - of de wedstrijd kan verloren zijn. Shorttrackers hebben naast techniek en conditie ook behendigheid, tactiek en acceleratievermogen nodig.”
Hebben shorttrackers bepaalde rituelen, zijn ze bijgelovig ? En hoe ziet hun dag voor de competitie er uit?, vroegen wij ons af.
De dag voor de competitie doen wij meestal een ‘Tempo’. Dat houdt in dat we nog één keer heel diep maar kort gaan tijdens een inspanning. Verder probeer ik in de juiste positieve mood te komen, en mijn materiaal na te kijken. En bijgelovig? Neen dat ben ik niet, maar ik bind wel altijd eerst mijn linker schaats vast voor mijn rechter ...."
