De olympische ploegkoers werd vrijdag een absolute afknapper voor Lotte Kopecky en Jolien D'hoore. De ex-wereldkampioenen in de discipline startten met medailleambities in de Izu Velodrome maar speelden nooit mee voor de podiumplaatsen. Bovendien kwamen beide rensters ten val. Een troosteloze tiende plaats (op twaalf finishende duo's) was hun deel.
Bij de eerste val was het Kopecky die ongelukkig tegen de piste smakte. Ze kon de Nederlandse Kirsten Wild niet meer ontwijken. "Ik weet niet wat er precies gebeurde, maar ik wist meteen hoe laat het was. Ik kon geen kant meer op", legt Kopecky uit. Na de val, iets over halfweg wedstrijd, kregen de Belgen een verliesronde (en twintig minpunten) aangerekend maar toch geloofde Kopecky er op dat moment nog in.
"Ik wilde zo snel mogelijk weer op de fiets want de koers was dan absoluut nog niet verloren." Maar een tweede val, dit keer van D'hoore op 27 ronden van het einde na een slechte wissel, betekende wel de definitieve doodsteek voor de Belgen.
"We proberen elkaar af te lossen maar dan gebeurt er iets waardoor Jolien ten val kwam." D'hoore gaf nadien toe dat zij in de fout ging. Voor Kopecky zijn de Spelen nog niet afgelopen. Zondag rijdt ze nog het omnium. Het fysieke leed lijkt na haar tuimelperte wel mee te vallen.
"Ik heb wat last van mijn middenrif en een paar schaafwonden, maar verder gaat het wel." Kopecky reed in het openingsweekend van de Spelen al een sterke wegrit, waarin ze net naast brons greep. Kan ze zich nog een laatste keer opladen?
"Ik wil deze Spelen niet onopgemerkt laten voorbijgaan. Ik heb nog nooit een betere conditie gehad en ga proberen om die zondag zo goed mogelijk te benutten en het maximale eruit te halen", benadrukt ze. "Nu is het zaak om proberen zo goed te mogelijk te herstellen en de knop om te draaien voor zondag. Ik moet erin blijven geloven."
Belga