Paulien Couckuyt heeft zaterdagochtend op de tweede dag van het atletiektoernooi op de Olympische Spelen in Tokio een vliegende start genomen. Ze kwalificeerde zich niet alleen voor de halve finales van de 400 meter horden, maar verbeterde ook het Belgische record tot 54.90. Ze behaalde de derde plaats in haar reeks, met de negende tijd van de 39 deelneemsters.
Ze moest in de top-4 van haar reeks eindigen of een van de vier beste tijden van de overige deelnemers neerzetten om maandagavond (20.35 uur plaatselijke tijd/13.35 Belgische tijd) terug te keren voor de halve finales.
"Ik had me geen betere start op de Olympische Spelen kunnen wensen", zei de 24-jarige Antwerpse, die nog niet geboren was toen Ann Mercken op 29 juli 1996 het vorige Belgische record vestigde op de Olympische Spelen in Atlanta (54.95).
Couckuyt had die tijd op 12 juni in Genève al geëvenaard. "Deze keer kan ik echt zeggen dat ik de beste Belgische loopster op de 400m horden uit de geschiedenis ben. Ik voelde in de opwarming al dat ik sterk was." Ze leverde haar topprestatie hoewel ze blind liep in baan 9 in de tweede reeks, zonder zicht op haar concurrenten.
"Dat is zowel een voordeel als een nadeel", legde ze uit. "Het voordeel is dat je je kunt concentreren op je eigen race. Het nadeel is dat je niet kunt zien waar je staat ten opzichte van je tegenstanders. Maar ik zou toch liever in een andere baan gelopen hebben."
De voorbereiding van Couckuyt werd verstoord door een rugblessure die ze opliep tijdens een trainingssessie op 14 juni. De volgende twee tot drie weken kon ze niet normaal trainen. "Ik verloor mijn zelfvertrouwen een beetje. Maar de laatste week is het goede gevoel terug op training." Denkt ze met de negende tijd in de voorronde aan een finale? "Natuurlijk droom je altijd van een finale, maar het niveau is zo hoog."
Belga