Na terugkeer van hun Aziatische wereldbekerwedstrijden, mogen de Belgische shorttrackers even op adem komen. Stijn en Hanne Desmet kunnen vervolgens met een gerust hart de voorbereiding op de Olympische Winterspelen voortzetten.
Dat zegt bondscoach Pieter Gysel, na afloop van de tweede reeks wereldbekerwedstrijden, het afgelopen weekeinde in de Japanse stad Nagoya.
"De anderen moeten nog vechten voor hun plekjes." Broer en zus Desmet zijn na Peking en Nagoya bijna zeker van een startplaats op de Spelen, die op 4 februari in Peking beginnen. Met de zevende plaats in het wereldbekerklassement op de 1.500 meter voor Stijn en de twaalfde voor Hanne is er geen wolkje aan de lucht.
De beste 36 kwalificeren zich voor het olympisch toernooi. Ook op de 500 en 1.000 meter voldoen de Desmets aan de eisen. De beste 32 mogen naar de Spelen. Rino Vanhooren, die een ronde op de 1.000 meter overleefde, komt met zijn 33e plek nog het verst.
De overigen moeten deze maand bij de derde en vierde wedstrijd voor de wereldbekers in Debrecen en Dordrecht veel meer goedmaken. Maar met de Desmets zorgden Tineke den Dulk en Ward Pétré in de gemengde aflossing wel voor een stunt door na de vierde plek in Nagoya voorlopig de zesde plek in het klassement te bezetten.
Ook de mannenaflossing met Desmet, Pétré, Vanhooren en Gert-Jan Goeminne (negende in het klassement) heeft nog uitzicht op een start in Peking. De beste acht plaatsen zich. Die estafettes hebben de shorttrackers in een goede flow gebracht, meent Gysel.
Belga