Logo of Team Belgium

De Olympische Spelen van 1920 in Antwerpen mogen dan wel meer dan 100 jaar geleden zijn, toch wordt 60 procent van de locaties nog steeds gebruikt voor sport of andere aangelegenheden. Dat blijkt uit een studie van het Olympic Studies Centre, het officiële onderzoeksorgaan van het IOC. Hoe is het vandaag gesteld met de 19 Olympische sites van de XIIde Olympiade en waarvoor worden ze gebruikt? 

Olympisch Stadion: NOG IN GEBRUIK 
Het Olympisch Stadion is zonder twijfel de meest bekende sportlocatie van de Spelen van 1920. Het stadion, dat voorheen gebruikt werd als trainingsinfrastuctuur voor de Antwerpse omnisportclub Beerschot Athletic Club, onderging speciaal voor de Spelen een complete metamorfose. Naast de uitbreiding van de bestaande tribunes en de aanleg van een toegangsweg kreeg het stadion een volledig nieuwe tribune. Hierdoor had het op het moment van de Spelen een capaciteit van 35.000 toeschouwers. Als belangrijkste sportsite ontving het Olympisch Stadion de openings- én slotceremonie en tal van andere sportdisciplines waaronder atletiek, paardrijden, hockey, voetbal, gymnastiek, moderne vijfkamp, rugby, touwtrekken en korfbal. Na afloop van de Spelen werd het stadion volledig omgevormd tot een voetbalstadion. Anno 2022 is het Olympisch Stadion de thuishaven van K. Beerschot VA en heeft het een capaciteit van 12.500 toeschouwers. Van de Olympische looppiste blijft vandaag niets meer over.  

Royal Belgian Tennis & Hockey Club: NOG IN GEBRUIK 
De Royal Belgian Tennis & Hockey Club zag het levenslicht in 1899 en had ten tijde van de Spelen 14 gravelbanen. Vandaag draagt de club de toepasselijke naam Tennis 7de Olympiade en organiseert het verschillende regionale en nationale tenniscompetities waaronder het City of Antwerp Tournament. Tennis 7de Olympiade telt 9 buiten- en 7 binnenbanen en beschikt ook over een multisportterrein voor hockey, zwemmen en petangue. 

Buiten-IJ: NOG IN GEBRUIK 
Als enige buitenlandse locatie is het Buiten-IJ het buitenbeentje van de Olympische sites van 1920. Het oostelijke deel van de Amsterdamse rivier de IJ ontving de wedstrijd van de 12 voets jol. Dat is een discipline binnen het zeilen. Omdat er alleen Nederlanders deelnamen aan dat onderdeel, koos het organisatiecomité voor Amsterdam in plaats van de voorziene locatie in Oostende. Een goede voorbereiding, want 8 jaar later werd de locatie opnieuw gebruikt voor de Spelen van Amsterdam. 

Feestzaal, Zoo van Antwerpen: NOG IN GEBRUIK (NIEUW GEBOUW) 
De Zoo van Antwerpen lijkt op het eerste zicht een atypische locatie voor de Olympische Spelen, maar niets is minder waar. Sinds het ontwerp van de feestzaal in 1897 ontving de Zoo meerdere sportevenementen (waaronder bokswedstrijden). Door de goede reputatie van de zaal binnen het Antwerpse boksmilieu, ontving de Zoo ook de boks- en worstelwedstrijden van de Olympische Spelen van 1920. Een groot succes want het bokstoernooi kon rekenen op een grote publieke opkomst van zowel binnen-, als buitenlandse supporters. Van de originele feestzaal schiet vandaag de dag niet veel meer over. Door bominslagen tijdens de Tweede Wereldoorlog en bijkomende rook-en waterschade opende met de Koningin-Elisabethzaal in 1959 een nieuwe concertzaal. In 2011 werd besloten om deze niet meer te vernieuwen, maar om achter de bestaande gevel een nieuw gebouw op te richten. De vernieuwde feestzaal opende in 2016 zijn deuren.  

Kanaal van Willebroek: NOG IN GEBRUIK 
Hoewel het kanaal van Willebroek voornamelijk gebruikt wordt voor transport, vonden er sinds de Spelen van 1920 ook heel wat roeiwedstrijden plaats. Zo werkt roeiclub Royal Sport Nautique de Bruxelles 1865 (RNSB) er zijn trainingen en regatta’s af. Van de toenmalige acomodatie zien we tegenwoordig niet veel meer terug, maar één ding is duidelijk: het kanaal van Willebroek is al die tijd wel een populaire roeiplek gebleven. 

Kamp van Beverlo: NOG IN GEBRUIK 
Dit kamp van het Belgische leger was in 1920 het toneel voor de schietwedstrijden van de Olympische Spelen. Het kamp opende op 1839 en groeide door de jaren heen uit tot een permanente legerbasis met verschillende kazernes en honderden huizen voor de gezinnen van het gelegerd personeel. Tot op vandaag is het Kamp van Beverlo nog steeds het grootste militaire oefenterrein van ons land. 

Ijspaleis: NIET MEER IN GEBRUIK 
Ondertussen is ijshockey uitgegroeid tot een van de blinkvangers op de Olympische Winterspelen. In 1920, toen er nog geen sprake was van aparte Spelen, stond in het Antwerpse IJspaleis de eerste editie van het toernooi op het programma. Ook de kunstschaatscompetitie, de tweede na Londen 1908, vond er plaats. Het Ijspaleis, van oorsprong een rolschaatspiste, opende in 1910 en werd in 1913 omgevormd tot een ijsbaan. Na de Spelen was het IJspaleis het decor voor de Europese kampioenschappen ijshockey van 1923. Later werd het gebouw omgebouwd voor commerciële doeleinden. Zo diende het achtereenvolgens als autogarage, opslagplaats en parkeergarage. In 2016 verdween het Ijspaleis definitief voor de bouw van nieuwe flatgebouwen. 

Garden City Velodroom: NIET MEER IN GEBRUIK 
Deze wielerpiste, gelegen in  het Antwerpse district Wilrijk, opende in 1914 en was 400 meter lang. Tijdens de Spelen stonden alle baanwielrennummers (1000 m sprint, 50 km, 2000 m tanden en 5000 m ploegenachtervolging) er op de affiche. In dezelfde periode vonden ook de Wereldkampioenschappen baanwielrennen en de slotetappe van de Ronde van België plaats in de velodroom. Het binnenplein werd nog enkele jaren gebruikt als voetbalveld, maar werd in 1925 met de grond gelijk gemaakt om plaats te maken voor een woonproject. 

Jules Ottenstadion: NIET MEER IN GEBRUIK 
Een andere bekende sportlocatie in deze lijst. Tijdens de Olympische Spelen was het Jules Ottenstadion het toneel voor Italië-Egypte, een wedstrijd uit de eerste ronde van het voetbaltoernooi. Het stadion werd nieuw gebouwd naar aanloop van de Spelen en diende vervolgens nog 93 jaar. Na het seizoen 2012-2013 verhuisde voetbalclub KAA Gent naar de Ghelamco Arena, waarna het Jules Ottenstadion afgebroken werd. Op dit moment wordt de site gebruikt voor projectontwikkeling. 

Broodstadion: NIET MEER IN GEBRUIK 
Dit voormalige stadion van voetbalclub Royal Antwerp FC werd ingehuldigd in 1908 en ontving twee groepsmatchen van het voetbaltoernooi. Door het groeiend aantal toeschouwers in het begin van de jaren ’20, verhuisde Antwerp naar het Bosuilstadion. Daar speelt het vandaag nog steeds. Het Broodstadion daarentegen, bestaat niet meer. Over de datum van afbraak is weinig bekend. 

Merksem: TIJDELIJK 
Zowel de individuele als de ploegentijdritten in het wielrennen werden gereden op hetzelfde 175-kilometer lange parcours. Dat liep tussen het Antwerpse district Merksem langs Turnhout, Heist-op-den-Berg en Lier. Ook de eerste cross-country etappe van de eventing-competitie vond plaats rondom Merksem. In beide gevallen ging het om een tijdelijke sportlocaties met aangepaste accommodatie voor de Spelen. 

Zwemstadion van Antwerpen: TIJDELIJK 
Dit openluchtzwemstadion ter hoogte van zwemcentrum Wezenberg werd speciaal ontwikkeld voor de Spelen. De locatie omvatte drie parallelle zwembaden en een poolhouse dat daarop uitgaf. Naast de 50-meterlange zwembaan, was er ook een apart bad voorzien voor de waterpolocompetitie. Na de Spelen werd het stadion, zoals vooraf voorzien, ontmanteld. 

Hoogboom Country Club: NIET MEER IN GEBRUIK 
De Hoogboom Country Club in Hoogboom, Kappellen fungeerde als accommodatie voor de eventing-wedstrijden binnen de paardensport. Daarnaast vonden er ook meerdere schietdisciplines, zoals kleiduifschieten plaats. Anno 2022 bestaat de club niet meer. 

Nachtegalenpark: IN GEBRUIK 
Van 3 tot 5 augustus 1920 schreef Hubert Van Innis in het Nachtegalenpark een van de mooiste sprookjes uit de Belgische sportgeschiedenis. Op enkele kilometers van het Olympisch Stadion haalde de Belgische delegatie 14 van de 21 medailles in het boogschieten. Van Innis leverde met 6 medailles een fundamentele bijdrage voor dit succes. Eerder behaalde hij al drie medailles op de  Olympische Zomerspelen van 1900 in Parijs. Hierdoor is hij tot op heden de meest succesvolle boogschutter in de olympische geschiedenis. Hoewel de link met de Olympische Spelen er niet meteen aanwezig is, is het Nachtegalenpark ook vandaag nog een van de grootste parken van de stad Antwerpen. 

Middelheimpark: NIET MEER IN GEBRUIK 
Hoewel er onduidelijkheid bestaat over de locatie van de olympische schermcompetitie in Antwerpen, wordt algemeen aangenomen dat er zeker enkele wedstrijden plaatsvonden in het Antwerpse Middelheimpark. Binnen het schermen stonden er zes onderdelen (floret, degen en sabel, zowel individueel als in teamverband) op het programma. Een van de opvallendste deelnemers was onze landgenoot Fernand de Montigny, de ontwerper van het Olympisch Stadion die naast het schermen ook aan het hockey deelnam. Verder ging ook de schermcompetitie van de moderne vijfkamp door in het Middelheimpark. Sinds de jaren 50 is het park omgevormd tot een openluchtmuseum met een indrukwekkende beeldentuin. Daarin staan zo’n 200 stukken uit de moderne en hedendaagse beeldenkunst tentoongesteld. 

Schietbaan Het Kiel: NIET MEER IN GEBRUIK 
Het schietonderdeel van de moderne vijfkamp speelde zich af in schietbaan ‘Het Kiel’, ookwel ‘Den Tir’ of ook ‘Stedelijke Schietbaan’ genoemd. De schietbaan stamt uit de 19e eeuw en diende als trainingsfaciliteit voor de Antwerpse burgerwacht of ‘gardecivic’. Die functie hield het tot de Eerste Wereldoorlog. Na de olympische Spelen deed het gebouw dienst als kleuterschool, jongensschool, kindercrèche, stadsbibliotheek, openbaar badhuis en beroepsschool. Vanaf 2006 is het in gebruik als winkelcentrum. 

Joseph Marienstadion: IN GEBRUIK 
Het stadion van de Brusselse voetbalclub Royale Union Saint-Gilloise was een van de vier voetbalstadions waar destijds het olympisch voetbalstadion. In het Joseph Marienstadion, dat toen nog de naam La Butte droeg, werden drie wedstrijden afgewerkt. Het duel tussen Tsjecho-Slowakije en Noorwegen (een 4-0 zege voor Noorwegen) was met een toeschouwersaantal van 4.000 toeschouwers de populairste wedstrijd die er gespeeld werd. Tegenwoordig heeft het stadion een totale capaciteit van 9.400 plaatsen. De eretribune, in art-decostijl, is geklasseerd als erfgoed. 

Wellingtonrenbaan: IN GEBRUIK 
In 1920 zag het olympisch programma er een tikkeltje anders. Zo vond er tussen 15 en 31 juli een polotoernooi plaats in de Wellingtonrenbaan in Oostende. Daarmee was polo een van de sporten die plaatsvonden buiten de omgeving van de stad Antwerpen. Aan het toernooi namen naast België ook Groot-Brittannië, Spanje en de Verenigde Staten deel. Na de Olympische Spelen begon de renbaan er steeds anders uit te zien. Zo werd het terrein tijdens de Tweede Wereldoorlog vol mijnen gelegd waardoor de meeste gebouwen werden vernield. Anno 2022 vinden er nog zo’n 9 rendagen plaats op de Wellington Renbaan in Oostende. Ook werd de locatie gebruikt voor verschillende grote evenementen, zoals het concert van Michael Jackson in 1997. 

Noordzee Oostende: IN GERBRUIK 
Voor de afsluiter van dit lijstje, de olympische zeilcompetitie, week men uit naar Oostende. In totaal namen 101 zeilers deel uit zes landen waaronder ook één vrouw, de Britse Dorothy Wright die een gouden medaille behaalde. Ook België veroverde drie keer eremetaal. Net als toen heeft de Belgische Noordzee een traditie met watersport. Zo kan je er naast zeilen ook naar believen surfen of paddleboarden bij verschillende clubs.