Logo of Team Belgium

Lotte Kopecky kon na de podiumceremonie, de persconferentie en de dopingcontrole één en ander al wat beter relativeren, maar besefte tegelijkertijd dat ze misschien wel naast de kans van haar leven heeft gegrepen op WK-goud. "Dit is pijnlijk ja, ik was er zo dicht bij. Dan is zilver niet voldoende."

Winnaars willen winnen, zo gaat dat ook bij Lotte Kopecky. "Als Annemiek (van Vleuten) die aanval niet doet, word ik wereldkampioen. Zo simpel is het. Ik win de sprint met overschot. Dit is jammer, echt jammer."

Maar tegelijkertijd kon Kopecky er ook weinig aan verhelpen. "Ik heb niet het gevoel dat ik iets fout deed op het eind. Alles verliep eigenlijk zoals het moest. Ik zou die laatste kilometer graag nog eens willen terugzien. Maar ik weet ook, als ik meespring met Annemiek, die aanzette op het juiste moment, dat ik de anderen terugbreng en ik geen wereldkampioen word. Wie het gat dicht, is verloren. Dat weten de andere rensters ook. Ze kwam met zoveel snelheid van achteruit, zelfs al reageer je meteen dan nog moet je een gat dichten. Ik had eigenlijk geen andere optie dan niet onmiddellijk te reageren."

Dus werd het zilver, geen goud. En dat is best een opsteker voor het Belgische dameswielrennen, maar wanneer het goud zo fel blinkt en dichtbij lijkt, overheerst ontgoocheling bij de tweede op het WK. "Alles verliep eigenlijk perfect tot die aanval van Annemiek. Neen, ik had geen last van die val in het begin van de koers. Dat was gewoon stom. Daar heb ik geen last van gehad. Enkel het eerste half uur van de koers vreesde ik even voor de rest van de wedstrijd en voelde ik me niet al te best, maar eenmaal op die lange klim (Mount Keira) was dat voorbij. Ik ging vlot omhoog. Zoals daarna ook telkens op de klimmetjes op het lokale parcours. Ik kwam nooit in de problemen. Ik liet me wel altijd een beetje doorzakken, maar dat was vooral om de benen te kunnen sparen." 

Panikeren deed ze ook niet toen op het eind een groepje van vijf weg reed. "Omdat we ze altijd zagen rijden. Dat motiveert de achtervolgers. Terwijl ze met vijf vooraan sowieso zouden beginnen twijfelen. Iedereen keek naar mij in die finale, ik moest zelf veel werk opknappen om het gat te dichten, maar ik geloofde er op dat moment nog altijd in. Ik had een goeie dag."

"Straf wat ze doet, maar jammer voor mij. Toen we de laatste kilometer ingingen, dacht ik nog: 'Vos is eraf, dit is de kans van mijn leven'. Echt spijtig. Tweede is niet slecht, en ik besef best dat ik een goed WK rijd, maar ik ben teleurgesteld. Gelukkig is het nog tweede, en niet vierde zoals op de Spelen. Daar had ik helemaal geen medaille. Nu heb ik toch iets."

Belga